zaterdag 4 februari 2012

Monoloog: Monsters

Voor het vak drama heb ik kort geleden een monoloog moeten opvoeren. Ik had nog maar twee keer eerder in mijn leven opgetreden: de schoolmusical in groep 8 en in de eerste klas nog een toneelstuk zonder tekst. Veel ervaring kun je dat niet noemen.
In de zoektocht naar een monoloog konden we gebruik maken van allerlei boeken met daarin dialogen van een halve pagina, tot compleet uitgewerkte toneelstukken. Ik ben niet echt een held in kiezen, en het duurde dan ook een hele tijd voordat ik iets gevonden had. Ik was al gauw de enige die nog een monoloog moest kiezen. Uiteindelijk heb ik maar iets gepakt dat me bij de eerste keer doorlezen wel aansprak. Toen we daadwerkelijk aan de slag gingen met onze monologen en een karakter moesten vormen, begon ik toch spijt te krijgen van mijn keuze. Ik had een tekst uitgekozen over monsters, waarbij ik eerst een beeld van een kind kreeg. Na een aantal keer de tekst nog eens te hebben gelezen, vond ik de woorden en de zegswijze toch niet heel kinderlijk. Ik kwam toen een beetje in de knoop met het vormen van een beeld van de persoon die ik was bij het voordragen van mijn monoloog. In de lessen dat we hebben kunnen oefenen, heb ik me geen een keer goed kunnen inleven. Mijn concentratieniveau was dan ook nogal laag. Meteen de eerste keer bij het oefenen kreeg ik te horen dat ik veel te veel acteerde. Ik voelde zelf ook al dat ik te veel nadacht over welke houding ik aan moest nemen: ik zat er nooit lekker in. Pas de dag dat we de voorstellingen moesten gaan geven, kon ik bij het repeteren mezelf concentreren op mijn monoloog. Ik had het gevoel dat ik hem die dag pas voor de eerste keer speelde. Omdat ik zo laat pas mijn rol had gevormd, had ik maar korte tijd de feedback te verwerken die ik die dag nog kreeg.
We hebben twee voorstellingen voor publiek gedaan: één om half vijf, en één om 8 uur ’s avonds.
Tijdens de eerste voorstelling ben ik een belangrijk deel van mijn tekst vergeten te zeggen. Terwijl ik bezig was, realiseerde ik het me al wel, maar lukte het toch in mijn rol te blijven. Naderhand baalde ik wel erg dat ik net op dat moment mijn tekst was vergeten.
Bij de tweede voorstelling heb ik mijn tekst wel helemaal gedaan. Ik heb geen enkele keer de precieze tekst voorgedragen, omdat ik tijdens mijn spel vooral doe en minder denk.
Ik vind het heel moeilijk te bepalen bij welke voorstelling mijn monoloog het beste ging. Bij de ene gingen weer andere dingen beter dan bij de andere en andersom.
Al met al ben ik best tevreden over hoe het is gegaan, en ik kijk erg uit naar de voorstelling met z’n allen!